media Friesch dagblad
2012-05-19 20:00

Fierljepper Niels Koetsier

van de Hollandse naar de Friese bond, dankzij het waterschap

Als vandaag in Buitenpost het nieuwe fierljepseizoen van start gaat, is de naam van Niels Koetsier de meest verrassende op de deelnemerslijst. De 24-jarige fierljepper stapte voor dit jaar over van de Hollandse bond PBH naar het Frysk Ljeppersboun.

Het gebeurt niet elk jaar H-sterker nog, bijna nooit -dat er een fierljepper van de ene bond naar de andere overstapt. Tineke Vlieger was ooit een voorbeeld, maar in de moderne tijd is Koetsier een van de weinigen. „Tja, dan krijg je dus termen als ’overloper’ naar je oren geslingerd“, kijkt de 24-jarige nieuweling in het Friese fierljeppen terug op de bekendmaking van zijn besluit in het ’Hollandse kamp’.

Koetsier zegt het een grote glimlach. „Het hoort erbij, het zijn grappen die er dan gemaakt worden. Het is allemaal met een knipoog, joh. Ik ben immers ook niet overgestapt omdat ik het niet meer naar mijn zin had. Het kwam gewoon zo uit.“

De reden voor zijn ’fierljeptransfer’: Koetsier kon een baan krijgen bij Wetterskip Fryslân. Hij had er oren naar, al was het maar omdat hij dan het fierljeppen er bij kon blijven doen. „Dat speelde zeker mee“, zegt de nu in Leeuwarden woonachtige ’Hollander’. „Ik zou de baan bijvoorbeeld niet hebben genomen als het in Limburg was. In Fryslân zou ik het werk kunnen combineren met fierljeppen. Alleen bij een andere bond. Prima.“

Koetsier voorziet weinig problemen: „Het Friese fierljeppen past bij me. Zonder negatief te willen zijn over het fierljeppen bij de PBH, denk ik dat er in Fryslân net wat meer serieuze fierljeppers zijn. Die heb je bij de PBH ook, maar toch, de meeste fierljeppers in Holland doen uit recreatief oogpunt aan de sport.“

De ’import-Fries’ zelf is juist ambitieus. Hij start in de Senioren Aklasse, een niveau onder de absolute top. „Maar die topklasse, daar wil ik dit seizoen naartoe promoveren. Dat is een uitdaging. Maar wel een realistische uitdaging.“

Hij zal die aangaan als fierljepper van de afdeling IJlst. Koetsier onderhield altijd al goede contacten met de geel-blauwe brigade van onder anderen topklasser en regerend Fries kampioen Thewis Hobma. „Mijn vader (oud-ljepper Bert Koetsier, red.) was vroeger al betrokken bij IJlst. Die sprong nog wel eens wedstrijden voor die afdeling als hij in Fryslân actief was. En zo ben ik daar trainingslid geworden.“

Zijn vader speelde ook een rol in de keuze voor het rugnummer waarmee hij zal springen. Koetsier, met gepaste trots: „Hij droeg altijd nummer 16. Dat nummer ik heb van hem overgenomen bij de Polsstokbond Holland. Nu ik overstap naar de Friese bond moet ik met een ander nummer springen: 16 was namelijk al bezet, 116 trouwens ook. Nu wordt het 216, op speciaal verzoek. Het heeft de 16 van mijn vader erin zitten en de 2 staat symbool voor mijn tweede fierljeploopbaan. Zo zie ik de overstap naar het FLB namelijk een beetje.“

De seizoensouverture is vanavond in Buitenpost, een schans die hij naar eigen zeggen wel kent. „Als ’Hollandse’ springer kom je in Fryslân in actie tijdens de NFM in It Heidenskip en eens in de twee jaar tijdens een tweekamp of een Nederlandse titelstrijd. Zodoende heb ik op bijna elke Friese schans wel eens gesprongen. Alleen in Joure niet.“

De meest bijzondere wedstrijd wordt volgens hem de Tweekamphalverwege juli. „Met de Friezen tegen de Hollanders. En dat ook nog in Jaarsveld, op de accommodatie van mijn oude club, waarvan mijn vader voorzitter is. Maar goed, ik moet me dan wel kwalificeren. Redenen genoeg om er een mooi seizoen van te maken.“