media Friesch dagblad
2012-08-14 11:00

Hoekstra weet niet wat hem overkomt

Amper vijf minuten na het veiligstellen van zijn Friese titel bij de jongens, maakte Tom Hoekstra zaterdag zonder woorden duidelijk hoeveel gewicht er voor hem aan de krans hing.

Terwijl de IJlster achter de schansen van Winsum een eerste moment voor zichzelf had in het wachten op de prijsuitreiking, biggelden ineens de tranen over zijn wangen. ,,Het was zo mooi”, zei de nog steeds zichtbaar beduusde Hoekstra even later. ,,Fierljeppen is mijn leven en dit is de belangrijkste titel die er is. Toen het besef er was, kwam het er in één keer allemaal uit.”

Dankzij een sprong van 17,53 meter luisterde hij voor het eerst in zijn leven als kampioen naar het Friese volkslied. En terwijl Hoekstra de felicitaties van zijn collega-ljeppers in ontvangst nam, was de blijdschap van zijn gezicht af te lezen. ,,Ik kan mijn geluk niet op. Echt, als je er zo vaak mee bezig bent, is dit het mooiste wat je kan overkomen. Gelukkig vielen de zenuwen nog wel mee. Maar omdat ik de laatste weken niet altijd op mijn best was, begint het toch wat in je hoofd rond te spoken.”

Hoekstra begon echter scherp met een keurige sprong van 16,85, waardoor hij de druk direct bij de concurrentie legde. Die concurrentie werd in de finale zoals bijna gewoonlijk gevormd door Bobby Zwaagman en Jan Teade Nauta, Hoekstra’s trainingsmaatjes bij IJlst. Zwaagman en Nauta vormden deze keer echter geen bedreiging en bleven steken op respectievelijk 15,94 en 15,37.

Bij de junioren had Hans Ulco de Boer voldoende aan zijn 18,19 meter om Sytse Bokma (17,24) en Alwin Heida (16,84) achter zich te houden. Daarmee verzekerde de Jutrijper zich van zijn eerste Friese titel. ,,Ik wilde hier zo graag winnen”, glunderde De Boer. ,,Ik heb er een paar keer dichtbij gezeten, maar het lukte telkens net niet. Dit is voor mij het grootste kampioenschap, groter nog dan het NK. Daarom is het niet te beschrijven wat dit met me doet. Mijn persoonlijk record ligt een meter verder dan mijn verste sprong hier, maar dat kan me nu helemaal niets schelen.”